Dyslexie is een leerstoornis die wordt gekenmerkt door moeilijkheden met nauwkeurig en vloeiend lezen, spellen en soms ook schrijven. Leerlingen met dyslexie krijgen vaak steun in de vorm van aanpassingen, zoals extra tijd voor toetsen of een aangepaste puntentelling. Er is echter een belangrijk onderscheid tussen compenserende maatregelen, zoals tijdverlenging, en dispenserende maatregelen, zoals het aanpassen van de puntentelling. Uit onderzoek blijkt dat compenserende maatregelen, die de uitdaging intact laten, veel effectiever zijn op de lange termijn. Dit wordt ondersteund door inzichten in neuroplasticiteit, die suggereren dat de hersenen van dyslecten zich kunnen aanpassen en verbeteren met de juiste ondersteuning. Ook hypnotherapie kan hierin een waardevolle rol spelen. Dit essay bespreekt waarom compenserende maatregelen zoals tijdverlenging betere resultaten opleveren dan dispenserende maatregelen, en hoe neuroplasticiteit en hypnotherapie kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van dyslecten.

Dispenserende maatregelen: symptoombestrijding zonder oplossing

Dispenserende maatregelen, zoals een aangepaste puntentelling, zijn gericht op het verminderen van de eisen voor dyslecten. Deze maatregelen kunnen op korte termijn verlichting bieden, maar ze bieden geen structurele oplossing voor de kernproblemen van dyslexie. Nation en Snowling (1997) stellen dat deze aanpassingen bedoeld zijn om gelijkheid te bevorderen, maar dat ze de onderliggende cognitieve problemen niet aanpakken. Langdurig gebruik van dispenserende maatregelen kan zelfs contraproductief zijn, omdat ze de leerling afhankelijk maken van dergelijke aanpassingen en de ontwikkeling van zelfredzaamheid beperken (Lovett, Lacerenza, & Borden, 2000).

Compenserende maatregelen: effectief en uitdagend

In tegenstelling tot dispenserende maatregelen bieden compenserende maatregelen, zoals tijdverlenging, een effectievere aanpak omdat ze de uitdaging intact laten en tegelijkertijd dyslectische leerlingen de ondersteuning bieden die ze nodig hebben. Volgens Kirby en Kaplan (2003) bevorderen compenserende maatregelen de cognitieve groei zonder de lat lager te leggen. Extra tijd stelt dyslectische leerlingen in staat om in hun eigen tempo te werken, zodat ze hun capaciteiten volledig kunnen benutten. Dit is belangrijk, omdat het hen de kans geeft om dezelfde academische verwachtingen te halen als hun medestudenten, zonder dat de toetsing wordt aangepast.

Tops, Callens en Bijnens (2013) benadrukken dat extra tijd significant helpt bij het verminderen van de druk op dyslectische leerlingen in het hoger onderwijs, waardoor zij hun academische potentieel kunnen benutten. Bovendien hebben deze maatregelen een positief effect op de ontwikkeling van studievaardigheden, zoals blijkt uit onderzoek van Mortimore en Crozier (2006), die concludeerden dat compensatie in de vorm van extra tijd effectief is in het bevorderen van academische groei.

Neuroplasticiteit: de basis voor duurzame verbetering

Neuroplasticiteit, de capaciteit van de hersenen om nieuwe verbindingen te vormen en zich aan te passen als reactie op leren en ervaring, biedt een veelbelovende basis voor effectieve dyslexiebehandeling. Onderzoek toont aan dat de hersenen van dyslecten anders functioneren dan die van niet-dyslecten, met name in de gebieden die betrokken zijn bij taalverwerking (Shaywitz et al., 2004). Deze functionele verschillen zijn echter niet permanent en kunnen veranderen door gerichte interventies. Intensieve leesinterventieprogramma’s die zich richten op fonologische training, zoals het PHAST-programma (Lovett et al., 2000), versterken de neurale paden die betrokken zijn bij taalverwerking. Dit benadrukt de kracht van neuroplasticiteit: de hersenen kunnen zich aanpassen en verbeteren, zelfs in het geval van leerstoornissen zoals dyslexie.

Hypnotherapie: een veelbelovende aanvulling

Hypnotherapie kan, in combinatie met andere interventies, een waardevolle rol spelen bij de behandeling van dyslexie. Hypnotherapie maakt gebruik van trance om beperkende overtuigingen te veranderen en angst te verminderen, wat vaak een rol speelt bij dyslectische leerlingen (Hammond, 2010). Door de diepe ontspanning die hypnotherapie teweegbrengt, kunnen cliënten toegang krijgen tot hun onbewuste patronen en deze herprogrammeren. Dit kan hen helpen om negatieve overtuigingen over hun leesvaardigheden los te laten en hun zelfvertrouwen te vergroten.

Daarnaast kan hypnotherapie bijdragen aan het verbeteren van concentratie en focus, twee essentiële vaardigheden voor het lezen en verwerken van informatie. Onderzoek toont aan dat hypnose positieve veranderingen in hersenactiviteit kan bewerkstelligen, vooral in gebieden die betrokken zijn bij cognitieve processen zoals geheugen en aandacht (Raz, Shapiro, Fan, & Posner, 2005). Dit proces kan de neuroplasticiteit verder bevorderen, waardoor de hersenen beter in staat zijn om de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om dyslexie te overwinnen.

Conclusie

Hoewel dispenserende maatregelen zoals aangepaste puntentelling op korte termijn verlichting kunnen bieden voor dyslecten, bieden ze geen duurzame oplossing voor de onderliggende lees- en taalproblemen. Compenserende maatregelen, zoals tijdverlenging, zijn effectiever omdat ze de uitdaging intact laten en dyslecten de ondersteuning bieden die ze nodig hebben om hun vaardigheden te ontwikkelen. Neuroplasticiteit biedt een hoopvol perspectief voor interventies die gericht zijn op het hertrainen van de hersenen, terwijl hypnotherapie kan bijdragen door negatieve overtuigingen en angsten te verminderen. Door een combinatie van compenserende maatregelen, neuroplasticiteit-gebaseerde interventies en hypnotherapie kunnen dyslecten niet alleen verlichting ervaren, maar ook echte vooruitgang boeken in hun lees- en taalvaardigheden.

Referenties

Eden, G. F., Jones, K. M., Cappell, K., Gareau, L., Wood, F. B., Zeffiro, T. A., & Flowers, D. L. (2004). Neural changes following remediation in adult developmental dyslexia. Neuron, 44(3), 411-422.

Hammond, D. C. (2010). Hypnosis in the treatment of anxiety- and stress-related disorders. Expert Review of Neurotherapeutics, 10(2), 263-273.

Kirby, J. R., & Kaplan, B. J. (2003). Learning disabilities: Multiple perspectives. Pearson Education Canada.

Lovett, M. W., Lacerenza, L., & Borden, S. L. (2000). Putting struggling readers on the PHAST track: A program to integrate phonological and strategy-based remedial reading instruction and maximize transfer. Journal of Learning Disabilities, 33(5), 458-476.

Mortimore, T., & Crozier, W. R. (2006). Dyslexia and difficulties with study skills in higher education. Studies in Higher Education, 31(2), 235-251.

Nation, K., & Snowling, M. J. (1997). Individual differences in contextual facilitation: Evidence from dyslexia and poor reading comprehension. Child Development, 68(3), 864-872.

Raz, A., Shapiro, T., Fan, J., & Posner, M. I. (2005). Hypnotic suggestion and the modulation of Stroop interference. Archives of General Psychiatry, 62(4), 481-490.

Shaywitz, S. E., Shaywitz, B. A., Blachman, B. A., Pugh, K. R., Fulbright, R. K., Skudlarski, P., & Gore, J. C. (2004). Development of left occipitotemporal systems for skilled reading in children after a phonologically-based intervention. Biological Psychiatry, 55(9), 926-933.

Tops, W., Callens, M., & Bijnens, K. (2013). Assessment and support of dyslexic students in higher education in Flanders. International Journal of Inclusive Education, 17(6), 652-665.

Categories:

No responses yet

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *